AEX Cycli

Het opsporen van een cyclus in de AEX-index vindt plaats m.b.v. een oscillator in vergelijking met de visuele lows in de koersgrafiek. Een oscillator is een periodiek herhaalde omkering van de bewegingsrichting. Gemeten wordt van low naar low. Wij maken gebruik van de Ultimate Oscillator.

De Ultimate oscillator (U.osci) brengt de koopkracht in relatie met de gemiddelde koersbeweging (trend). Dit is de noemer van het quotiënt.
De koopkracht = (close vandaag - low van gisteren); welke de teller is van het quotiënt.

Is de stemming sterk negatief dan zal de close van vandaag wederom lager zijn dan de laagste koers van gisteren. Is de trend dalend dan zal een plotselinge stijging van de koers een grote afwijking geven van het gemiddelde. Dit zien we door een grote uitslag naar boven in de oscillator.

Houdt de stijging aan dan zal ook het gemiddelde opwaarts draaien en de afwijking met de koers steeds kleiner worden. De koersen stijgen nog echter de kracht is uit de markt; de oscillator daalt. Dit noemen we negatieve divergentie. Dit is een signaal dat beleggers moe worden; een trendwijziging is dan in de maak.

Andersom spreken we van positieve divergentie. Is de trend al lang dalend dan wordt men moe van het slechte nieuws en de eerste schapen durven te kopen. Dit uit zich dan dat het verschil tussen de close van vandaag en de low van gisteren kleiner wordt of zelfs de close al hoger is dan de low van gisteren. In de oscillator zien we een opwaartse draai terwijl de koersgrafiek nog dalend is.

Onze waarnemingen (nomenclatuur):

Primary (3 tot 4 maanden)
De Primary is de primaire cyclus van onze analyse. Deze is fractaal te verdelen in ondergeschikte speculatieve sub-cycli. De ondergeschikte speculatieve sub-cycli zijn:
 

Intermediate (6 tot 7 weken);
Minor (3 tot 5 weken)
en
Minute (1 tot 3 weken).

De Minor en de Minute worden geanalyseerd middels de CCI-average.
De Minute toont zich in een BUllrun. Het zijn korte sprints in een stijgende markt. Goed herkenbaar in de Bullrun 1996-2000.

De investeringscycli voor aandelen zijn:
(Grand)Cycle en
Kitchin of Business Cycle

De Cycle wordt gevonden in combinatie met de lowestLow in een reeks in de U.Osci en de dichtsbijzijnde lowest-low in de koersgrafiek. Hierbij kan zich positieve divergentie voordoen in de U.Osci. Dat is een sterk signaal voor een bodem in de koersgrafiek.

De Grand-Cycle is een toevoeging vanaf 1998 en bestaat uit 2 cycles. Van 2003 tot 2008  is het een serie van 3 Cycles. We tellen steeds 4 GrandCycles in een Kitchin.
Voorspellende waarde is dat 4x de GrandCycle= lengte Kitchin.
Vergelijk 1998-2003; 2003-2009. 

De Kitchin- of Businesscycle is sterk herkenbaar in de aandelenmarkt. Economisch gezien is het een voorraad-investerings-cyclus en meetbaar middels de inkoopmanagers index (PMI). De inkoopmanager zal weinig voorraad aanhouden wanneer de economie krimpt (PMI<50). In een groeiende economie zal hij veel voorraad aanhouden om nee-verkopen te voorkomen.(PMI >50)

Het geheel wordt middels een spreadsheet, AEXcel genaamd, vanaf 1994 bijgehouden. Hierin zijn de verschillende cycli met hun gemiddelde duur en standaardafwijking weergegeven.

sinds 1994